Ruben Schaken heeft gisteren ongeveer hetzelfde gezegd als ik ook al een paar keer heb gedaan de afgelopen tijd: het verschil tussen Feyenoord in de eigen Kuip of op bezoek in een vreemd stadion is zeker dit seizoen vaak groot. Te groot, bleek gisteren maar weer eens, op bezoek bij ADO Den Haag. Schaken baalde na afloop flink van de teleurstellende wedstrijd: “Vervelend, we wilden voor het maximaal haalbare gaan. We waren in de race. Nu moeten we ons richten op de derde plaats, maar het blijft een vervelend gevoel”, vertelde hij tegenover RTV Rijnmond. “Dit was sowieso een mindere wedstrijd van ons, maar als je zoveel kansen krijgt moeten er een paar in. We hadden nog wel een uur door kunnen spelen zonder te scoren.”
“Bij ons stond de organisatie niet goed. We wonnen de tweede bal niet en stonden te ver van onze tegenstanders af. Zij kregen de ruimte om te voetballen. Maar aan onze instelling heeft het echt niet gelegen. We wisten waar we voor speelden. Het is onverklaarbaar. Ik heb ook mijn stinkende best gedaan en gehoopt op meer, maar het zat er gewoon niet in.” Feyenoord leed dit seizoen in eigen huis slechts zes verliespunten, terwijl dat er buitenshuis 27 waren(*). Ook Schaken beseft dat zijn ploeg het daar heeft laten liggen in dit seizoen. “Veel clubs hebben daar last, iedereen speelt liever thuis. Alleen bij ons is het verschil wel te groot.”
Overigens wil dat niet zeggen dat het spel thuis altijd even geweldig is, maar vaak lukt het dan toch net wel om aan het eind van de pot met 3 punten te staan.